Of het nu gaat om vacht, ogen of oren van de Ragdoll, katten zijn zeer schone dieren die zichzelf reinigen.
Desondanks zijn er speciale gevallen waarin interventie nodig is…

Klik op de hotspots voor meer informatie.

De innerlijke gezondheid van onze Ragdoll hebben ook wij zeker in de hand…

Ragdolls worden op de leeftijd van 9 en op 12 weken volgens het wettelijk gezondheidsplan gevaccineerd. In het inentingsboekje van je Ragdoll zie je bij elke vaccinatie de datum staan wanneer deze herhaald dient te worden.
Om haar goede gezondheid te behouden is het aan te raden om jaarlijks terug te vaccineren.
Een andere optie is “titteren“, waarbij de hoeveelheid anti- stoffen gemeten wordt in het bloed en indien nodig wordt overgegaan tot hervaccinatie.

Reis je naar het buitenland en gaat je Ragdoll mee?
Vergeet dan niet 3 weken op voorhand bij je dierenarts een rabiës vaccinatie te laten zetten.

Check je Ragdoll regelmatig op parasieten zoals vlooien, mijten en teken.
Indien zij niet buiten komen en indien er geen andere dieren zich in huis bevinden die buiten komen, raden wij sterk af ter preventie hiertegen iets te doen.
Mocht zich een besmetting voordoen, neem dan contact op met de dierenarts voor het juiste middel aangezien er vele middelen op de markt zijn die giftig blijken te zijn voor onze dieren en zelfs mensen (gebruik zeker geen vlooienbandjes!).
Ragdolls worden preventief behandeld tegen allerlei soorten wormen, kittens via een kittenprogramma.
Vraag uw dierenarts naar een afgestemd wormbeleid en anti-wormmiddel (bv. Catminth). Ook hier geldt weer dat er vele producten op de markt bestaan die giftig zijn voor zowel dier als mens.

Ragdolls worden op de leeftijd van 9 weken gechipt (check bij de dierenarts of het juiste adres geregistreerd staat, mocht je Ragdoll niet meer thuis geraken).
In feite kan de Ragdoll gemakkelijk in een klein appartement gehouden worden, en vinden ze het prima om altijd binnen te zitten.
We raden sterk af  Ragdolls alleen buiten te laten komen. In verkeer zien ze nl. geen gevaar en met vreemden zullen ze gemakkelijk meegaan, omdat ze (te) goed van vertrouwen zijn en iedereen als een vriend zien.
Wil je toch graag met ze naar buiten? Doe dat dan aangelijnd (bv. met een stevig kattentuigje) of maak je tuin/patio/terras of balkon catproof (op facebook en google is veel te vinden).
Ook bestaan er (goede) cat tracking systemen, waarbij je erg nauwkeurig je kat kunt volgen via bv. je gsm.

Wij mensen vinden het fijn om een prachtige bos bloemen te geven en te krijgen. En wie vindt nu niet een mooie grote bloeiende kamerplant mooi?
Let wel… vele bloemen en planten zijn licht tot zwaar giftig, sommige zelfs dodelijk voor onze lieve maar oh zo nieuwsgierige en knabbelgrage viervoeters.
Ik zal er een paar bekende opnoemen maar het is onmogelijk een complete lijst te voorzien, daarom een verwijzing naar 2 goede gratis apps om planten te herkennen en natuurlijk is er nog altijd google waar je de plant of bloem kunt opzoeken: Plantnet app (https://identify.plantnet.org/nl) en https://lens.google/#cta-section

Zeer giftig tot dodelijk voor katten: Lelies, aloë vera, dieffenbachia, chrysanten, sansevieria, klimop, hyacinten, cyclamen, amaryllissen, narcissen,  tulpen…. en nog veel meer!!

Katten zijn carnivoren, de dagelijkse vleesbehoefte halen de meeste uit kattenbrokjes. In de meeste kattenvoeding zit helaas een laag percentage vlees  (4% of minder) en verder voornamelijk granen, zoals bij Royal Canin of Wiskas (zie hun ingrediëntenlijst). Merken met een hoog percentage vlees zijn bv.: Power of Nature, Orijen, Acana, Cat Lovers Gold en Taste of the Wild.
Let ook bij natvoer op, veel goedkoop blikvoer bestaat uit 80% water.
Vers vlees wordt steeds populairder, er worden geen schadelijke stoffen of kleur- geur- of smaakstoffen toegevoegd, te koop bij webwinkels of dierenwinkels, bv. KVV: kant en klaar vers vlees, BARF: Bones and Raw Food of Biologically Appropriate Raw Food, NRV: Natuurlijke rauwe voeding.
Bang voor ziektes door rauw vlees hoef je niet te zijn, hier kunnen katten prima tegen. Geef je kat alleen nooit varkensvlees.

Zorg altijd voor vers water, veel katten drinken te weinig water.
Zeker gesteriliseerde katers en katinnen dienen veel te drinken (natvoer) om niergruis te voorkomen.
Vaak drinken katten ook minder wanneer hun water dichtbij hun eten staat. Zorg ervoor dat het waterbakje een aantal meter van het etensbakje verwijderd is. Plaats meerdere bakjes water of koop een katten waterfonteintje.
Pas op met melk, sommige zijn allergisch of overgevoelig voor de suikers en lactose, met diarree tot gevolg. Kattenmelk bevat vaak (ongezonde) suikers en bijproducten. Alternatief is een beetje geitenmelk met water of bouillon van kip (niet bouillonblokjes, deze zijn veel te zout).
Voorkom snorhaar stress door ondiepe brede bakjes: snorharen zijn uiterst gevoelig en komen het best niet met de voer- of drinkbakrand in aanraking!

Fruit:
appel, aardbei, abrikozen, ananas, banaan, bessen, frambozen, grapefruit, kiwi, mango, meloen, mandarijn, papaya, perziken,  peer, pruimen, sinaasappel.

Groenten:
andijvie, alle sla soorten (eikenblad, lollo rosso, botersla, veldsla), asperges,
aardpeer, bospeen, biet, bleekselderij, bloemkool, broccoli, broccolispruiten,
boerenkool, Chinese kool, courgette, fenegriek, groene kool, gember,
koolraap, koolrabi, knolselderij, komkommer, luzernespruiten, linzenspruiten,
lamsoor, landkers, postelein, peterselie, paksoi, paardenbloem, pastinaak,
pompoen, peultjes, rode kool, radijs, radijsspruiten, raapstelen, spruiten,
spinazie, snijbiet, sperziebonen, snijbonen, schorseneren, taugé, tuinkers,
venkel, waterkers, witlof, witte kool, wortels, zeekraal, zoete bataat.

Vlees:
kip, vis, vlees (gedroogd, gekookt of natvoer, bouillon, rauw vlees behalve rauwe vis en rauw varkensvlees).

Zaden en noten:
hazelnoten, pompoenzaad, pijnboom, paranoten, pecannoten, pepita’s, sesamzaad,  zonnebloempitten.

Fruit:
druiven, krenten, rozijnen

Groenten:
aardappelen, aubergine, avocado, bieslook, champignons, knoflook, mais / maismeel, oleander, paddestoelen, paprika, prei, rabarber, tomaten, uien.

Vlees:
varkensvlees vanwege het Aujezky-virus.

Zaden en noten:
abrikozenpitten, amandelpitten, macadama noten, nootmuskaat, walnoten.

Overig:
alcohol, azijn, bier, brood, chocolade, granen (liever niet), gistdeeg, kaas, koffie, medicijnen (o.a. paracetamol), melk (lactose), snoep, propyleen glycol, tabak, thee, yoghurt, zout (o.a. chips en bifi worstjes).

Ragdolls hebben, hoewel ze dus best groot worden, niet veel leefruimte nodig.
De inrichting van hun bescheiden leefruimte is daarom wel van belang.

Klik op de hotspots voor meer informatie.